woensdag 30 november 2011

Feest?

Vol ontzetting kijk ik naar het lege blad voor me
Ik zou zo veel willen zeggen
Over de miljarden die men uit geeft
aan Sint en kerst
Terwijl een ander deel
aan het begin van de maand
het einde alweer vreest
Ik zou willen schrijven
Over uitgeprocedeerde mensen
die belangrijk worden op tv
maar voor die tijd enkel een cijfer waren
Over kinderen die verzuipen in het onderwijs
of kinderen die een etiket op krijgen en daar gebukt onder gaan
Misschien zou ik zelfs me bedenken
van fietsers zonder licht
die gekleed in zwarte jas en met muts
schrikbarend snel en veel te heftig contact maken
 Maar niets van dit alles schrijf ik
ik denk het
in de eindpunten van mijn gedachten borrelen zij omhoog
Tranen wellen en een grimas zou om mijn lippen spelen
Dat zou
als ik niet
een spelletje speel
met het kind
dat de wereld nog mooi vind
en een groot feest

Jip


zondag 27 november 2011

Waar zijn...

Waar zijn de dagen dat ik met rode wangen de zon trachtte te kussen
en mij enkel zorgen maakte over verbrandde lippen
Waar ik mijn lichaam in de rivier baadde en vervolgens
mij op de harde rotsen laafde
Waar zijn de nachten dat ik danste op de sterren
en de maan mij enkel tegen het hoofd stootte
Waar ik mijn dromen kon beleven als zijnde sprookjes dan wel nachtmerries
en mij in de ochtend wakker schudde
Waar zijn de tuinen die mijn neus verwenden met een geurenpalet als duizend
die mijn ogen bewonderen als zijnde prachten
en die mijn haren zouden weerschijnen
in een matflets kleurenpatroon

Waar zijn de uren dat ik moedeloos voor me uit keek
naar je wilde lachen maar enkel huilen kon
Me in je armen zou storten maar
je enkel van me afduwde
Waar zijn de minuten waarin ik je passie beloofde
na een samenspraak van onnodige woorden

Waar is de wereld die ik kende
toen ik nog jong en te naief was

Waarschijnlijk in de boeken die ik nooit heb durven lezen
Maar in de lessen die ik leerde
stootte ik meningmaal mijn hoofd
haalde mijn rug en armen open
en scheurde mijn buik om te krijgen wat ik zocht
Geen minuten of uren
hoewel ik je altijd nog wegduw
maar ook steeds weer op zoek

Zo loop ik nu over witte ronde kiezels
die mij doen denken aan de dagen, de nachten en de tuinen
om vervolgens mijn gedachten in jouw handen te leggen
en stil in slaap te vallen.

Jip

De danseres in mij

Als een prinses danste zij door mijn gedachten
met spitzen trapte zij feiloos
Op mijn lange tenen
en draaiend in haar tutu lachtte zij
mij recht in het gezicht,
en ik twijfelde nog,
uit of toe.
Op de helle klanken van een zojuist gedraaide symfonie
bespeelt zij mijn gevoelens
die zo hoopvol waren door de lichte tonen
maar met haar dramatisch buigen van de benen
en het gebogen hoofd
doet zij mij tranen over de wangen stromen
en mijn handen voor mijn oren slaan
Zij verdraait mijn gedachten als ik niet denk te denken
zij ontrafelt mijn twijfels als ik het zeker lijk te weten
Maar wanneer de doeken vallen
en zij haar knot uiteen doet vallen
en mij vervolgens in de armen stort,
vol twijfel mij aan kijkt,
met ogen die haast roepen om erkenning
dan streel ik haar.
En mompel dat het goed komt
Ieders geest kent meerdere kanten immers

Jip

Als ik werkelijk zo was

Als ik werkelijk zo was
zoals jij me gemaakt hebt
een plaatje in je hoofd
Met woorden en daden
gedachten en uitspraken
Dan denk ik zo maar
dat ik mij ook niet leuk zou vinden

Als ik werkelijk zo was
zoals jij hoorde dat ik was
een plaatje uit een hoofd
met ogen als vuur
en tongen als zuur
Dan denk ik zo maar
dat ik mij helemaal niet leuk zou vinden

Als ik werkelijk zo was
zoals zij zeiden dat ik zijn zou
een plaatje opgesteld uit leugens
aannames en verwijten
Vol haat en wandhoop
Dan weet ik zeker
dat ik mij ook niet leuk vind

Maar je hebt nooit de moeite genomen
om me aan te kijken
een hand te geven
en te zeggen
Ik weet niet wat ik hier mee moet
Ik wil zo graag boos zijn op jou en de wereld

Dan zou ik zeggen
dat mag..
Ik ben je wereld niet
maar het mag toch

Jip

vrijdag 18 november 2011

Met een been

Op een been heb ik gedacht
de wereld aan te kunnen
Mee te kunnen lopen
zodat niemand zou zien
Mijn wankele stappen
zouden
Ingeterpreteerd worden
als op gewekte huppen
die elke dag verwelkomden

Maar zelfs als men
mijn onzekere stappen niet zou zien
Mijn andere been niet zo missen
dan nog

Zagen zij de tranen in mijn ogen
de broze plekken op mijn lichaam
die van klein
het blanke vel overnamen
en hoorden zij de twijfel in mijn stem

Misten zij mijn been
wat altijd in het huis was
waar altijd een ketting aan liep
die altijd verzwaard was met verwijten

Op een been heb ik gedacht
de mensheid te omzeilen
door glimlachend mijn dagen
als normaal te denken

Nu ik op twee benen loop
mijn voeten stevig op de grond
Zie ik pas
hoeveel ik
Niet heb gelopen.

Jip

Steek je armen uit

Steek je armen naar me uit
Zelfs als ik zelf mijn eigen pad kies
wil ik thuis kunnen komen
in de veiligheid van jouw warmte
Me kunnen laven aan jouw hartslag
om daarna hardhollend
het leven te bekijken.
Ik wil me afzetten tegen alles
waar jij voor staat
en vervolgens me verstoppen
in dat wat jij biedt
Ik ben boos omdat jij bent
dat wat ik nodig heb en zoek
maar ook dat bent
dat mij kwetste en vernielde
Als ik naar je kijk
begrijp ik veel
maar de raadselen die je brengt zijn vele male groter
Dus ga ik en kom ik
en laat ik los en hou ik vast
Maar steek je armen naar me uit
want ik weet ze altijd te vinden.

Jip

maandag 14 november 2011

Ik vind dat zo eng schat

En dan, sprak hij, en wat dan nog
zelfs als, dan zou het nog niet,
misschien, wellicht, maar dan niet nu,
morgen, onder voorbehoud,
wie weet dan wel, maar ook dat,
staat allemaal ter discussie.
Het zou, zei hij, maar wat weet je dan,
en indien, dan zou het nog niet,
zonder twijfel, echter niet uitgesloten,
dat nooit, altijd een mogelijkheid tot,
maar niet nu dan, of binnenkort
Over een poosje zou, maar poosjes,
zijn over het algemeen, zo meende hij,
langer in je hoofd, als verteller,
dan wat de ontvanger wil geloven,
gelijk straks, wat voor een vrouw,
meer nu, dan later wil betekenen,
maar voor een man, verhaalde hij,
is straks alles wat niet nu is,
Dus.
Zo stond zij daar
zonder twijfel
zou hij van haar houden,
dat trouwen,
dat betwijfelde ze nog
Het bleef een man
Zo veel woorden
om te zeggen
Ik vind dat zo eng schat.

Jip

Jij kon dat

Je hebt me omarmd terwijl ik je wegduwde
en hield mijn hande vast terwijl ik vuisten maakte.
Je kamde de haren uit mijn ogen
die mijn helder zicht in de wegstonden
En kuste de tranen van mijn wangen
die langzaam doorliepen tot op mijn buik
Je veroordeelde niet mijn gebreken
en legde kracht op mijn deugden
Je probeerde toen ik op zou geven
en trok je terug toen ik alleen kon staan
Je ving me toen ik vallen zou
en glimlachte toen ik opstond
Je bgreep me toen ik het spoor bijster was
en was mijn spiegel toen onredelijkheid de toon was
En ik
ik verwonder me dat je me, nog altijd leuk vindt

Jip

zondag 6 november 2011

Te veel

Het zijn misschien niet eens meer
de dingen die je zegt
Het zijn de woorden die je maakt
de toon die je gebruikt
Het zijn je ogen
de manier waarop je kijkt
Het is de manier waarop je beweegt
de ruimte die je claimt
En de wereld die je maakt

Het zijn de gezwegen verwijten
die nooit zijn uitgesproken
Het zijn jouw daden waar je nooit
verantwoordelijkheid voor hebt genomen
Het zijn jouw handen
die mij braken
Het is mijn leven
in stukjes

Het is mijn angst om op nieuw te beginnen
om toe te laten wat ik mis
Om op te bouwen
wat stuk is gevallen
En om achter te laten
wat ik mee sleep

Het is mijn verdriet
Het is jouw schuld
Het is oneerlijk
Het is
Te veel.

Jip

Mijn stenen

Ik heb gehoopt mijn stenen in het water te kunnen gooien
Zodat de rimpeling zou vervagen en enkel ik zou weten
wat er zich onder het wateroppervlak bevond
Maar hoe ver ik ze ook gooide
en hoe zwaar ze ook waren
Ze bleven op mijn schouders rusten
In mijn maag hangen
En zij drukten keer op keer op de plekken die nog beurs waren
van de jaren die vergaan zijn
Die in plaats van rimpelloos
Mijn gezicht tekenden
Ik had meren kunnen vormen met de tranen
die als droge zandsporen mijn wangen kleuren
Maar die niet mijn twijfels weg konden spoelen
of het verdriet mee konden nemen
Ik heb gekeken naar de zwarte wateren
die aan mijn voeten knaagden
en mij keer op keer mee wilden trekken naar rustigere plekken
die veiliger leken dan de plek waar ik stond
Maar ik heb gekozen om mijn gezicht in de zon te laten warmen
en het zwarte water enkel mijn verleden te gunnen
Dus gooi ik elk jaar mijn stenen verder uit het zicht
in de hoop dat als zij boven komen
Ik allang vertrokken ben

Jip

Onderweg naar huis

Voor me rijdt een Toyota, groot en vuil, die waarschijnlijk onbedoeld, contact zoekt met zijn mede weggebruikers.
Terwijl hij wildgebarend, en hij toch echt alleen in de auto lijkt te zitten, bochtjes maakt, op de volkomen rechte weg voor ons.
In mijn auto vervuild de nieuwe zanger van Di-rect mijn gehoor met een nummer over jong zijn, wat in mijn oren klinkt als iets wat een goed nummer had kunnen zijn, en omdat ook aan alle slechte dingen een einde komt en ik een mute knop heb, zwijgt hij daarna zalig.
Om ons heen, schuiven mensen geschrokken wat naar links of recht in hun baan, om zo de ongetwijfeld vriendelijk bedoelde duwtjes te ontwijken, en een anders onafwendbaar ongeluk te voorkomen.
Een zwarte Twingo zonder richtingaanwijzers, waarvan ik zo zeker wist dat deze standaard meegeleverd werden rechts van mij, zie ik in- en uitvoegen in gaten waarvan ze in mijn optiek helemaal niet bestaan.
En die hoogstwaarschijnlijk ook niet bestaan hadden als deze Twingo ergens anders had gereden.
Achter me mij nadert een voorheen wit exemplaar van iets dat zowel als klassiek als oud aangeduid kan worden,
ronkend over de lange snelweg voor ons, het geluid klinkt wat opportunistisch, aangezien ik twijfel of de teller tot de 110 kilometer per uur komt.
Dit belet de chauffeur niet om zonder te kijken, twee banen te wisselen waardoor de te grote, te dure en te snelle Mercedes, die iedereen links of rechts inhaalt, te hard moet remmen.
Voor mijn geestesoog zie ik hem, met de schrik in de buik vloeken, en kan ik hem niet echt ongelijk geven, hoewel beide beter hadden moeten weten.
Terwijl zij verder racen, kleuren de zwarte wolken van de uitlaat het bijna maagdelijk nog mistige doek over de wereld grijs.
De lome stem van Coldplay zanger Chris Martin heeft mijn mute knop doen ontdooien en terwijl ik met de onmogelijke partijen meeneurie, hoor ik in mijn achterhoofd,
mijn oudste kind het nummer van commentaar voorzien.
Hoewel ik alleen rij hoor ik haar mompelen, volgens mij is deze meneer niet gelukkig, en ik glimlach.
Mijn TomTom piept waarschuwend niet te hard te rijden, maar sinds ik achter deze groene Kia rijd heeft mijn teller de 80 ook niet meer gepasseerd en de dame voor me,
op leeftijd zou ik zeggen, maar waarschijnlijk rijdt ze nu haar leeftijd en als ik haast had had ik haar oud genoemd,
gaat vandaag ook niet meer harder rijden.
Een bonkend hardrocknummer heeft zich aangediend en verstoord mijn gedachten, ik geef gas.
Haal bijna zonder kijken een auto vol heerlijke studenten in, die naar mij zwaaien of ik het meest begeerlijke wezen op deze snelweg ben, dus zwaai ik terug en vraag me af.
Of de heer met caravan en kapotte voorruit, want die mag geen ster meer heten, even vrolijk is, maar zijn verbeten gezicht doet me die vraag snel intrekken,
heerlijk noch begeerlijk.
De verwarming in mijn auto heeft een aangename temperatuur veroorzaakt als ik na twee uur mijn straat in draai,
in het kleine gaatje voor de deur mijn blauwe bolletje parkeer en mijn benen losschud na 220 km rijden.
Goedemiddag buurvrouw, glimlacht mijn Spaanse buurman, met de drie veel te kleine, dikke en eigenlijk ook zeer lelijke hondjes.
Goedemiddag buurman.
Ik ben weer thuis.