woensdag 5 augustus 2009

Erbij blijven

Ik blijf erbij dat ik er bij moet blijven
omdat als ik niet bij blijf ik langzaam de greep verlies
en achterblijf

Jip

De tijd doden

Soms dood ik de tijd met mijn blote handen
draai ik de feiten de nek om
Soms doe ik het per ongeluk
omdat ik bezig ben
Soms probeer ik het door iets te doen
maar zo vaak slaat dat dood
Ik denk dat dit het was
zoals ik dat besloot..

Jip

Mijn paard

Honderden paarden hebben dit pad gelopen
toch weigert mijn ros keer op keer
zijn hoeven in het zand te zetten
twijfelt bij elke bocht
om dan uiteindelijk toch het hoofd te buigen
en onder het juk van het halster een beslissing te nemen
Ik spoor hem aan met zachte dwang en roep hem
tot de orde,
Honderden paarden hebben dit pad gelopen
zeg ik
Tegensputterend onder mijn voeten
vervolgt mijn paard zijn weg
en bedenk ik me
dat iedereen het recht heeft
om uniek te zijn.

Jip

Regenbuien

Waren het de blauwe luchten in mei die zeiden dat de zomer moois zou brengen
Misschien was het het ruisen van de takken, nadat de regen ze had gekust
Zelfs de wind zou het hebben kunnen blazen, wanneer ze op wolken joeg
Maar het werd zomer na de lente
en ook nu kwamen de regenbuien
Die mijn gezicht koelden als de zon had gebrand
die mijn zorgen spoelden als de wind ze niet meer uit mijn hoofd joeg
die mijn haren plakte als ik de veiligheid van huis verruilde voor wat buiten wachtte
Ik wilde mooi, riep ik nog
tegen geen in het bijzonder
Maar wat mooi was, hadden de luchten niet verteld
ook de takken en de wind repten enkel van de zomer
en dat wat zij brengen zou
"Mooi," riep ik wederom,
"dat wil ik, mooi en goed en fijn"
Maar we kregen na de zomer de herfst
Terwijl ik 3 maanden lang had gewacht op alles wat me beloofd was
en me nu weer hulde in een jack van kou
Had ik niet gezien,
dat mooi 12 maanden lang naast me liep,
Ook zonder zon, hou ik toch van je

Janneke

Verrot hout

Als een tak in mijn handen
langzaam laat ik mijn vingers
langs het dode hout gaan
ieder plekje tot in precisie bevoelend
Elke knoest ken ik
mijn vingers hebben elke bocht geraakt
Ik heb gekoesterd dat wat ik
kwetsbaar in mijn handen houd
Dichtbij mij gedragen
omdat ik bang was dat het breken zou
voorzichtig de woorden
van liefde erom heen gelegd
Elke aanraking een vorm van tederheid genoemd
Vol moed neem ik nu
dezelfde tak in mijn handen
Ik voel hoe mijn vingers zich
rond het ronde hout krommen
Ieder plekje voel ik weer
hoe broos het kraakt
als de curve steiler wordt
Voorzichtig laat ik de schors
buigen onder zachte druk
geen woord meer zal ik verspillen
Wanneer ik mijn ogen open doe
Zal een zacht doch oorverdovend gekraak
een einde maken aan alles
En zal ik enkel nog aan je denken
als gebroken resten verrot hout.

Jip

Helaas

Ik kan wel boos zijn,
denk ik
Ik betwijfel alleen of het effect haalbaar is
wat ik nastreef
met mijn handen vooruit
Bang om te vallen
maar struikelen zal ik toch
Hordes van meer dan twee meter
heb ik genomen
met een noodvaart
maar nu, struikel ik
over woorden
op een stuk papier
de me raken
terwijl het niet eens woorden zijn
die ik hoef te lezen

Jip