vrijdag 17 juni 2011

Regen

Grijs kleuren de wolken
terwijl ze langzaam in formatie zakken
om al het blauw te bevolken
De zon een klein toneel geven
maar steeds de gordijnen dicht trekken
soms lang, soms even,
wanneer men wil gaan klappen
Een solo wordt uitgevoerd
op mijn vergeten klapstoel
die staat te wachten, onaangeroerd
op een eigenaar
maar verder feitelijk zonder doel
Van onder mijn regenscherm bekijk ik de wereld schuin omhoog
Bedenk na elke regendag
wordt het uiteindelijk we weer droog

vrijdag 10 juni 2011

Echte liefde, slappe dijen en gebrek aan haar

Hij zegt wel dat hij van je houdt
met putten in je dijen
met een boezem waar met veel wil, nog geen ijs af wil glijden
armen die meezwaaien,
een kont die zelfs met veel draaien
niet op Beonce wil lijken
wangen die onder de zwaarte kracht ook iets gaan bezwijken
Met haren die zonder verf, geen kleurtje mee vertonen
en ook de rest waarvoor geen keurder je nog zal belonen
De eerste prijs is welke wedstrijd zul je nooit meer winnen
toch blijft hij dwaas maar volhouden, je graag te willen beminnen.

Je vergeeft hem dus dat buikje, dat zou er toch wel komen,
van gespierde armen, heb je jaren mogen dromen
de haargrens wijkt, tot achteraan
Hij kijkt soms nog wel wat voldaan
na een sprint van 2,10
houdt hij het meestal voor gezien

Toch kruip je samen op de bank en kijkt nog wat teevee
Voor jou, voor hem, de mooiste toch, je doet het er maar mee.

Hij ziet je ogen die nog stralen
als hij je van je werkt komt halen
Jij ziet nog passie in zijn ogen
als jij hem zoent als het niet zou mogen
Hij ziet je boezem en je billen
die hij het liefste nu zou willen
Je aait zijn borst daar zit nog haar
Per slot.. je houdt toch van elkaar

Echte liefde maakt niet blind
het maakt alleen maar dat je vindt
diegene die er echt toe doet
Die is als zichzelf, al meer dan goed.

Jip

donderdag 9 juni 2011

Gedichtje

Ik wilde graag op rijm, wat zinnen samen draaien
er punten en komma's in kwijt, het geheel nog wat verfraaien
Wilde vertellen van de dag, de nacht, de zon
Van de bloemen in de tuin en die op het balkon
Ik wilde spreken van het eten, wat wij lang geleden aten
Van de woorden die wij kennen en van die die wij vergaten
Rijmen over je jouw mooie ogen, over je prachtige mond
Over je schouder en je haren en je flinke bolle....
Liefdesliedjes zou ik rijmen, met een dosis romantiek
Gekroond met mooie woorden en gekleurd met jazz muziek
Over die rode wangen, na een dagje bij de zee
over de kat die lag te spinnen en de hond ook zo tevree
Ik wilde gedichtjes maken, over de dromen van de mijne
Misschien zelfs over leverworst, over de grove en de fijne
's Nachts zou ik er over dromen en dan boeken vol al schrijven
daarna zou er dan uiteindelijk alleen het goede overblijven
Misschien zou men dan wel eens zeggen, dat gedicht dat vond ik knap
zouden ze een bundel kopen, nee dat is een te grote stap
Ik wilde rijmen voor plezier, daarmee was ik dan zeer tevreden
Over ridders en soldaten, al eeuwenlang moegestreden
Zoveel ideeën, had ik bedacht, zo veel zinnen opgeschreven
Maar na jaren moet ik zeggen, dat het daar bij is gebleven
Ik rijm in enkel en in veelvoud, soms zelfs meervoud even snel
Beroemd ga ik er niet mee worden, maar dit las je dan toch, lekker wel.

Jip

Jaloezie

Noem mij niets wat ik niet zijn kan
wonderschoon, liefdevol
volmaakt, perfect
Lief of teder
warm en hartelijk
Gezellig of geliefd
Noem mij niets wat ik niet zijn wil
Noem mij enkel wat ik ben
Liefkoos mijn naam
omarm mijn zonden
Zie mijn tekortkoming en straf die af
Overschatting is immers de grootste wandaad
Niemand is meer
dan een zak vol vlees en botten
afgetapt met liters bloed
Het is niet wat je zijn kan
het is niet wat je doet
Noem mij niets wat ik niet ben
en enkel wat je ziet
In mijn gezicht bespuug mijn woorden
als ik spreek in rare talen
Ik ben immers altijd
minder dan jij
Jaloezie.... jaloezie.... jaloezie

Jip

Liefde noemt men het

Het vuur leek heter
nu ze dichterbij kwamen
heller ook
dan van een afstand
Knetterend scheen het zich
te willen ontdoen
van een, aan schone schijn onderhevige,
voorbeeldfunctie
Terwijl zijn
monden open
keken en zwegen
likten de vlammen meters hoog
alles wat binnen bereik kwam
En lokten het zonder enige gene
het warme hart in
Waar het zonder twijfel deel zou worden
van een groter verdriet
Men deelde, terwijl zij keken
een verlangen
Maar het vuur was nog lang niet van plan
zijn zegetocht te sparen
O vaders, of moeder, hoedt uw kinderen
Men noemt het liefde
Liefde noemt met het.

Jip