zaterdag 19 april 2008

Zo wandel ik voort

Ik heb vier bloemen in mijn hand
en koester ze in harmonie
de zon schijnt op hun bladeren
zo wandelen wij voort

Ik heb drie bloemen in mijn hand
de vierde ben ik verloren
de regen drupt in het hartje
zo wandelen wij voort

Ik heb twee bloemen in mijn hand
de derde is gestorven
de eenzaamheid kleeft aan de steel
zo wandelen wij voort

Ik heb een bloem in mijn hand
de tweede is mij ontnomen
gedreven houd ik deze stil
zo wandelen wij voort

Zonder bloemen in mijn hand
neem ik de wereld in mij op
in elke groenstrook zie ik
bloemen om te plukken

zo wandel ik voort

Jip

zondag 13 april 2008

Voor mijn kinderen

Met zachte lippen krijg ik warme kusjes op mijn wangen
Op mijn ogen en ik mijn nek
Ik vind je lief omdat je lief bent
of gewoon ik vind je lief
Blijf je nu dan altijd bij me
ga je nu dan nooit meer weg
Nooit meer kan ik niet beloven
Maar ik kom altijd terug
Warme handen op mijn buik, op mijn benen, op mijn billen
Koude voeten overal waar zij maar warme plekjes vinden
Samen in het grote bed, of op de rand om nog te praten
Aan de tafel hapje mee, hapje proeven, hapje delen
Zoveel liefde in een woordje
Zoveel lief in een gebaar
Als de zon gaat ga je slapen
Maar mama is altijd daar.


Jip

woensdag 9 april 2008

Jouw ogen

Als het kon zou ik verdwalen in je ogen
en nooit meer vragen naar de weg
De zon in die spiegels op zien gaan
en onderzakken
Geen wegwijzer zou mij nog,
als ik ze al zou zien,
terug kunnen leiden
naar de wereld
waar jouw ogen
niet het einde zijn
Ik ben verdwaald
en vol genoegen
Blijf ik hier

Jip

zondag 6 april 2008

Bedbugs

De langzame twijfel sijpelt het raam in
En met de zonnestralen, die met de kieren van het gordijn
een niet te volgen tikspel lijken te spelen,
komt er licht in de ruimte.
Die tot die tijd gevuld leek te worden
met de sombere gedachten
in een monotoon kwartet
van leegte en woordeloosloosheid.
Zwijgend op de rand van het bed
laat hij zijn benen bungelen.
Een ritme zonder regelmaat.
Veelzeggend in de eenvoud.
Het krakend matras laat een nacht vol met woorden na.
Het zou moeten zwijgen van wat het hoorde,
het zou moeten spreken van wat het voelde.
Liefde die niet meer is,
dan een waanbeeld van mensen,
die te bang zijn
om wakker te worden.
Zo kruipt de ochtend binnen in een kamer,
waar de nacht nog niet afgelopen is.

Jip

Vol moed

Ik ga niet zeggen dat ik van je hou
Vandaag hou ik dat mooi voor mij
Je hoeft er niet op te wachten
Het is ook niet voorbij
Het is niet zo dat ik niet meer aan je denk
Misschien nog wel meer dan voorheen
Ik wil je ook niet missen
Maar vandaag doe ik alleen

Jip

Er is altijd een winnaar

Hij wandelt aan de lijn en mag niet eens meer meespelen
Ze lachen en ze joelen als hij zijn rug recht
Het was niet eens meer de intentie om mee te doen
Hij kwam enkel kijken
Ze zijn
Er altijd
De mensen
Die weten hoe het moet
Of hoe het lijkt te moeten
Een, twee, drie
Goal
Langs de zijlijn juicht hij mee
Goal goal goal goal!
De tegenstander wint

Jip

Naar buiten

We nemen het leven met een rotgang en zijn niet meer te stuiten
De zon wil naar binnen maar wij gaan naar buiten
De wereld wacht
De wind blaast zacht
En wanneer het tijd is om te gaan
Niemand de moeite nog neemt om op te staan
Nooit is het op tijd en altijd is het te laat
Je vergeet hoe het moet maar je weet hoe het gaat
Aan het einde van elke weg komt er wel een bocht
Het is niet wat je wilde vinden maar wel wat je zocht
Het is een wet van nemen en geven
Soms kun je kiezen soms is er iets overgebleven
Ik kus de wolken licht op hun wangen
Jij probeert de lucht te vangen
En wie er wint die mag dan juichen
De verliezer die zal buigen
Maar aan het einde van de dag
Als ik zie wat jij niet zag
Sluiten we de deur naar buiten en gaat het licht aan
De warmte wil naar buiten en wij zullen binnen verder gaan.

Jip

Ik mis je niet

Ik heb gedacht dat ik je zou missen
Als je niet meer naast me zou staan
Jouw hand ergens naast de mijne
Ik had gedacht dat dat nooit zou verdwijnen
Maar ergens in het grote geheel
Voel ik mijn schouders rechtten
En mijn blik omhoog gaan
Geen randjes meer te tellen
Ik hoef niet meer te rennen
Ik mag
Als ik wil
Maar ik hoef niet meer

Ik heb gevreesd dat ik je zou missen
Als je niet meer naast me sliep
Je lichaam ergens naast het mijne
Ik had gedacht dat dat nooit zou verdwijnen
Maar ergens in de lange nacht
Voel ik mijn lichaam ontspannen
En mijn armen langs mijn lichaam glijden
Geen zuchtjes meer te tellen
Niet meer te blijven liggen
Ik mag
Als ik wil
Maar ik hoef niet meer

Ik heb gehoopt dat ik je zou missen
Als je niet meer in mijn leven zou zijn
Jouw stem niet meer door de mijne
Ik had gedacht dat dat nooit zou verdwijnen
Maar ergens tussen alle stemmen
Vervaagt de jouwe tot ruis
En hoef ik niet meer te luisteren
Geen aandacht meer
Ik mag
Als ik wil
Maar ik wil niet meer.

Jip

Hoopvol

Ik heb gedacht, gehoopt en gezien
Dat er achter elke berg nog een nieuwe schuilgaat
Misschien hoger
Wellicht steiler
Maar dat na elke berg
Ik de opvolger ook aan zou kunnen
En ik omarm de gedachte
Dat ik sterker word
En groei in het besef
Dat deze berg misschien wel
Het doel is en niet alleen maar de weg er naar toe

Jip

Vlinder

Sla je vleugels uit en ontneem
Het gezag het gezicht
Vlieg weg en breek vrij van het juk
En speel niet met de gedachte
Maar leef hem
Gezamenlijk
In eenvoud en wees
Een held op vleugels
Die sokloos de wereld ontluikt.

Jip

Zo is het goed

We weten allen
Dat het de laatste klanken zijn
Van een vergeeld muziekstuk
Uit de tijd, in een tijd dat nostalgie nog hip was
Als geknoopte wandkleden
Die het verhaal van de held
Altijd mooier deden uitkomen
Dan de held het zelf had beleefd
Nee niets zou ooit nog
Die wereld kunnen verkopen
Want we weten dat het
Hoedanook
De laatste klanken zijn
Wanneer het stokje
Van de dirigent die,
Onverstoorbaar toch
Nog steeds het tot een goed einde
Zal
Moet
En wil
Leiden,
De laatste maten afslaat
En de menigte een enigszins
Gelaten
Opgelaten applaus laat opzwellen
Uit een half gevulde zaal
Maar niemand de moed
Of de drang vindt
Te vragen om een bis
Het muziekstuk was
Een eindeloze reprise
Van wat de maker vond
Een ideale wereld
Maar over ik zijn zoveel liederen geschreven
Verhalen getracht
En woorden verspilt
Dat er niets meer overblijft
Dan resten om naar te staren
Zo is het goed.

Jip

Dit is onmogelijk

Volgzaam liep zij het geijkte pad
Op blote voeten over scherpe stenen
Die niet enkel haar voeten zouden verwondden
Maar diepe gaten lieten in haar hart
Die niet te vullen zouden zijn
Met zoete woorden en lieve gebaren
Die wereldvreemd in het zonlicht schenen
Aan een anoniem toehoorder vertelt
Alsof het een roman was
Die nooit geschreven zou mogen worden
Omdat de hoofdpersoon geen roman waardig zou zijn
In sprookjes leven is de kunst niet
Ze overleven in de wereld van de waarheid is
Onmogelijk.

Jip

Zeeën van liefde

We zwerven in een oneindige zee van blauw
En ik geniet
Ze zien ons niet
Verstopt tussen de golven in een met schuimbedekt geheel
We zijn er wel
Maar gaan te snel
Met het zand nog kriebelend tussen onze blote tenen
We gaan voorbij
Puur ik en jij
En als de morgenzon het strand kust
Kus ik jou
Daar in het blauw

Jip

Zou kan het zijn

Was het niet de nacht die als een donkere deken onze naakte lichamen bedekte
Dan was het wel een verlate zonsondergang met haar oranjespel
We waren niet meer geweest dan geliefden die elkaar zouden beminnen
We waren niet meer geweest dan verliefde opspringende vlinders
We zouden het hemelrijk kleuren met ingewikkelde patronen
En in het sluimerende licht elkaar ontdekken en herontdekken
Maar niets van dit alles overmeesterde deze nacht
Hoewel wij in elkaar gevlochten een prachtige symfonie konden schrijven
En de dag de nacht vaarwel zagen kussen met rode wangen
Was er meer dan stilte nodig om de zware lucht te temmen
Beminnen was niet langer het woord voor het verloren doel
Wij konden enkel elkaar nog vinden in de naaktheid van de ander
Als een ultieme spiegel de ogen verzwarend in het getemde licht
Jij zou altijd meer zijn dan mijn minnaar in het te kleine bed
Ik zou daar opgetekend in welk vergeten boek
Jouw ziel in de mijne kerven en zonder twijfeling je hart nemen
En bewaken daar het kostbaarder is dan goud
Het zou de nacht kunnen zijn of worden
Maar het waren toch de openingen naar de dag die ons deden ontwaken
Ik gevangen in je armen en zonder noodzaak om vrij te breken
Niets zou dit kunnen verstoren
En toen kwam alles
En was er niets dan twijfel

Jip

Voorheen

Je noemde me engel
En ik vormde het beeld
Dat jij had met minachting
Vol vuur speelde ik een spel
Dat ik kende en jou
Geheel onbekend
De regels als een blanco boek
Onder je ogen deed trillen
En je noemde me engel

Je noemde me schat
En ik draaide het rad
Vol vage verlangens
Voor je ogen, zodat de glinstering
Dat ik kende en jou
Zo onbekend
Als een niet gevonden kristal
In je ziel sneed
En je noemde me schat

Je noemde me lief
En ik vervloekte het woord
Dat jij me in mijn gezicht smeet
Vol afschuw en haat
En ik kende het niet en jij
Kende het zeker
Zoals een vervlogen herinnering
Door geur opspringt
En je noemde me lief

Maar ik ben niet je engel
Noch schat nog lief
Ik ben enkel en eenzaam
Mezelf in een blijspel
Vol spelers die nooit meer
Het doek zullen zien
En je noemde me veel
Maar ik was niet

Jip

Macht

We waren verdwaald in een wir war van woorden
Die ons misschien de juiste weg wezen
Maar uiteindelijk steeds niet in Rome uitkwamen
We tilden de waarheid naar een hoger niveau
En smeten hem vervolgens
Met een rotgang naar beneden
Gewoon omdat wij het konden doen

Jip

Ongelofelijk

Spreek in raadselen en loop weg voor de feiten
Draai loze verschijningen in waanbeelden
Verspeel je laatste adem niet
Weet wat te wachten staat als ik spreek
Geen woorden vol vertrouwen
Geen taal vol liefde
Ik kan gitzwart zien in een kleurenpalet
Verdwaal in mijn ogen en een tranendal vol zout
Verdrink in het geheel en speel er de stervende zwaan
Ik kus je tranen en wanhoop
Er is een wij
Groot vergeten goed

Jip

Verliefd

En met gesloten ogen kan ik je tekenen
Op mijn buik en op mijn rug
In mijn ziel en in mijn hart
Niet te stoppen in de woorden
Die ik ken of die ik nog moet leren
Soms is alles voldoende om je te omschrijven
En soms doet alles alles te kort
Ik ken heel veel woorden
En ik kan ze draaien, spiegelen, of roteren
Maar jou in een woord vangen
Ik kan er duizend gedichten over schrijven
En zelfs dan
Ben ik nog niet instaat om
Je compleet te omschrijven,

Jip

Sneeuwpop

Ik heb de laatste sneeuwvlokken gezien dit jaar
Ze vielen als een tapijt op je haar
En je stond daar maar
Zwarte knopen op je blanke huid
Een warme sjaal
En een te grote hoed
Zo stond je daar
Zo stil
Tot de zon kwam
En je wegliep
En niemand weet waarheen

Jip

Eenzame liefde

Daar waar de zwarte rivier de witte stenen kust
En de oevers zal overspoelen
En een spel speelt niet om te winnen
Maar om het spel
De rivier heeft niets te winnen bij de knikkers


Ik neem je mee op de nachtelijke tochten
En we zijn samen
Tot we wakker worden,
In een eenzaam bed

Jip

Zoals dat

Als het niet de morgen was dan was het misschien de avond geweest
Die schimmen op je ziel gooide
Met het gemak waarmee je ze opslokte
Nam alsof het het geschenk was
Waar je je hele leven op had gewacht

Waren het niet mijn woorden dan waren het waarschijnlijk je eigen geweest
Die gaten in je hart schoten
En het genot waarmee je de wereld toonde
En ze tentoonstelde als een trofee
Waar je hard voor had moeten werken

Als het niet het gewicht van de wereld was geweest dan wel van je ziel
Die je je hoofd deed buigen
En het je onmogelijk maakte
Zodat jij kon genieten van dat
Wat iedereen graag heeft; medelijden

Voor wanneer de waarheid komt, traag of met een noodgang
En je voor je voeten gooit
Dat wat je altijd al wel hebt geweten
En niet wilde zien aankomen
Dan draai jij je hoofd, laf

Jip

Is het niet meer dan een sprookje

Zij waren niet de ridders
Op de witte paarden
Die dapper de vijand
Of tegenstander
Ten gronde richtte
Met gevaar voor eigen lijf
En leven
De jonkvrouwen van weleer
Het hof maakten
Met vileine woordspelingen
Of onderhuids geplaatste grappen
Zij waren niet de narren
Getoond met bel en kap
Die volovergave het hof
Of eender welke luisteraar
Vermaakte
Met geen respect voor eigen klasse
Of lijf
De koningen van weleer
Het leven toonden
In blijspelen of tragedies
Of liederen vol ingewikkelde eenvoud
Zij waren niet de mannen
Die met paard en ploeg
Het land vol ontzag
Of wellicht weemoed
Gereed maakten
Om voedsel te ontspruiten voor hen die hoger waren
Of speelden
Het volk uit vervlogen tijden
Het leven ontnamen
Willoos en gedwongen
Of naïef en bedrukt het leven enkel namen
Zij waren niets van dit
De tijden waren anders
Maar wellicht waren zij
Beter
Omdat zij een deel van wij zou worden.

Jip

Onbegrip

Noem mij niet
Mijn naam moet
Als goud of kristal
Aan je lippen blijven plakken
Alsof je deze
Met lijm aan je ziel hebt willen doen kleven
Maar noem mij niet
Men zal niet begrijpen
Hoe je mij hebt kunnen willen noemen

Jip

Verdwaald in het geheel

Als niemand de weg meer weet
Van de geijkte paden
Wat blijft er dan nog over naast volkomen verloren
En wezenloos de weg te vragen
De dood in de ogen te kijken
Hem je hand te reiken
En zeggen
Leidt mij
Toon mij dat wat er ligt
Nadat de wereld rond moest worden
En betekenisvol
Zodat doelloos ronddwalen op zoek naar
Of juist niet
Dat ene of het enige wat er compleet blijft
Of overblijft
Als alle stukken in scherven
Gevallen
Gestoten
Gegooid
Een mozaïek op het kale steen maken
Woordeloos stom en in eenvoud geketend
Zal de dood mij aan mijn arm
De balzaal doorvoeren
Mij in vervoering met de prins der duisternis
De slotdans laten openen
Want als niemand de weg meer weet
Wordt mijn dwaalspoor een leidraad op zich.

Jip

zaterdag 5 april 2008

Soms is het anders

Als alles nog nieuw moet zijn
en de geur in je hoofd de ochtend moet weerspiegelen
geld geen enkele rol speelt
en de wereld een grote speeltuin is
dan mag je genieten van dat wat er is

Als alles al geleefd is
en de geur in je hoofd enkel nog herinnering is
waar gevoel geen enkele rol speelt
en de wereld een kleine kamer is
dan voel je gevangen in dat wat er is

Als je zelf er bent
en de geur een deur openzet naar wie weet waar
daar waar alles een rol mag spelen
en de wereld voelt als een dikke deken
kun je stikken of genieten van het feit

Jip

donderdag 3 april 2008

Dit komt nooit meer goed

Woorden, vol wroeging
we gooien ze weg
en keihard
komen ze terug
Recht in mijn gezicht
en de woorden
die ik gooi
gooi ik zo veel zachter
Als striemen
laten ze littekens achter
onuitwisbaar
door welke zoen dan ook
zoveel spijt
Spijt omdat
Spijt doordat
We gooien ze
elkaar steeds weer
maar waar ik mis gooi
gooi jij altijd raak
En als ik raak
kaatst jij terug
wat ik niet op kan vangen
Ik heb spijt van alles
wat ik deed
wat ik moest doen
spijt
lost niets op
het maakt het alleen maar
erger
Vol wroeging kijken we elkaar aan
Dit komt nooit meer goed

Jip