donderdag 29 september 2011

Superheld


Mijn tante die goed koken kan,
en natuurlijk superman.
Mega Mindy en mijn broer
want die zijn allebei heel stoer.
Harry Potter, grote Smurf,
die doen veel wat ik niet durf.
Mijn opa die weet altijd raad,
die grote jongen uit de straat.


En ik ben ook een superheld
had ik je dat nog niet verteld?
In mijn eigen hersenpan,
is er niets dat ik niet kan.

Je zegt het maar en dan hop
sta ik zo maar op mijn kop
Vlieg ik hoog boven de zon
Jij wist niet dat ik dat kon

Donald Duck, Kwik, Kwek en Kwak,
de buurman in zijn pak
Anne Frank en Columbus
stiekem het vriendje van mijn zus
Spiderman, Fantasic Four
zo gaat het rijtje door en door


En ik ben ook een superheld
had ik je dat nog niet verteld?
In mijn eigen hersenpan,
is er niets dat ik niet kan.


Ik ben goed in taal en zo
in karate en in judo
Voor alles wat ik nog leren moet
daarvoor is dan school heel goed

En elke morgen sta ik op
en sta ik even op mijn kop
Kijken of ik het nog kan
Want als ik groot ben, word ik superman
Als superheld mag ik voortaan
In elke rij meteen vooraan.

maandag 26 september 2011

Excuses

Tik, tik, tik, tik, tik
Het tikken van de lepels in de half gedronken kopjes
klinkt nog na in mijn oren als het roeren al gestopt is
De soppende koekjes die deel uitmaakten van een
al veel te lang geopend pak
desalniettemin blijven zij als lopende band werk
hun weg naar binnen volgen
Tik, tik, tik, tik, tik
De klok bevatte een ander ritme
waardoor de stilte in dit huis
een samenspel van tikken werd
aangevuld met sponzige koekjes die zich volzogen
met lauwe koffie en slapgetrokken thee
Het tafelkleed werd strak getrokken door twee paar handen
maar geen hand kon de kreukels van het
zo juist gevallen gesprek nog straktrekken
Tik, tik, tik, tik, tik
De eenzame stilte in een volle huiskamer
waar ieder navelstarend de bodem uit het porselein tracht te roeren
Soms lijkt de klok zelfs haar adem in te houden
en een slag over te slaan
Tik,     , tik,    tik,
Slepende ogen, kammen het behang,
de schilderijen en de foto's waarop niemand nog sprak
maar in ieder geval een glimlach veinsde
en misschien wel echt oprecht gelukkig was
Tik, BOEM!
Bruusk maakt hij een einde aan de verstikkende stilte
ogen omhoog, omlaag,
hij kijkt haar aan,
Boos, en onzeker twijfelt hij met het half lege kopje
druppend op zijn iets te grote broek
"Je had misschien wel gelijk"
"Misschien.... had jij dat ook wel"

Jip

Aanwezig

Kleine steentjes in mijn schoenen
als kruimels onder mijn kleren
mieren in mijn armen
Als muggen rond mijn hoofd
Zo aanwezig
maar niet te bevatten

Jip

zondag 25 september 2011

Te oud

En dan ooit komen de dagen
waarin je grijs en gekreukeld de krant leest
en de wereld verder lijkt te zijn gegaan
waar jij gisteren nog wilde begrijpen
De kopjes koffie, thee, nog koud staan te worden
op het aanrecht waar je kwam maar niet meer heen ging
En de wereld buiten zo veel sneller gaat dan jij
en je als toeschouwer de zijlijn bekijkt en het een horde wordt
onneembaar, maar met zoveel uitdaging
Elke dag een stap verder totdat de je deel kunt nemen
aan dat wat onder je ogen is weggeschoten
Gisteren was op tijd, nog ruim
vandaag is veel te laat
Zo werd je oud, te oud
zegt men,
veel te oud,
denkt men.

Jip

Hij houdt van mij

Hij omarmt mij, niet met mooie woorden
waar men op wacht, met roze brillen op
Hij behoudt mij, niet door er altijd te zijn
zoals men droomt, als het lente wordt
Hij bemint mij, niet op witte paarden
gelijk prinsen, zoals in boeken
Hij vergeet me, hij onthoudt me
hij breekt me en hij lijmt me
Hij is er, hij is afwezig
hij probeert het, en mislukt
Hij kijkt en hij ziet
dingen die ik niet zie
Hij houdt van mij
gewoon als mens.

Jip

Ik ben mij

Je kende mij niet, toch noemde jij mijn naam
in alle kleuren die je kende
Je bespotte mijn ik
en je jammerde om mijn zijn
Je wilde zijn zoals ik was
en je verafschuwde dat ik bestond
In mijn licht zou jij een ander lijken
maar ik bleef mijzelf
Je vergat me, haatte me, bedacht me, maakte me
Je omarmde het idee en liet het los en keihard vallen
Je bedroog me en probeerde
meer dan eerlijk te zijn
Je kende me niet, maar wellicht beter dan ik zou willen
je weet niets van mij, maar meer dan ik weet
Ik bekijk jou, van afstand en lach
als ik je zie keren en draaien
om te zijn zoals ik ben
maar dan als je zelf
Mijn spiegelbeeld laat enkel zien
wie ik ben
in alle kleuren die jij kent
ben ik immers mij.

Jip

Mens ga

Schurend lijken mijn voeten wegen in te slijten
Mijn hakken schijnen het klikken te zijn verleerd
op hun eindeloze toch die nergens lijkt te komen
Heen en weer, als een gekooide tijger
zwiepend met een opgewonden staart maar nooit onderweg
Met mijn handen in mijn zakken
alsof ik mijn eigen heupen wil bewegen
hun doorgaan de ritmische beweging te stoppen
Stap, stap, stap, als een metronoom
zonder vaart te minderen, volhardend, niet te stoppen
Knipperend met mijn ogen die de zon proberen te keren
Mijn wangen die het blozen te lijken zijn vergeten
Wit en rood, als een nog niet volmaakte aardbei
kleurend van zon, maar zonder enige vorm van emotie
Zo vallen tranen over lang vergeten woorden
over gevoelens die geen naam meer kunnen hebben
omdat ze zo lang zijn uitgesproken en verzwegen
over mijn wangen
Met mijn voeten sloffend in het zand, mijn handen in mijn zakken
en mijn gezicht richting de zon
Huil ik mijn leven bij elkaar
Zeeen onder mijn voeten,
Het zout bijt dieper in de wonden dan men ziet of zou verwachten
Ik recht mijn rug
Nogmaals
en maak een glimlach
bekijk het slijten van mijn hakken
het doorhangen van mijn zakken
en besluit te gaan
Laat de tijger los, de metronoom voor wat hij is en de aardbei kleuren
Mens droog je tranen en ga
wie niet durft te gaan en blijft dralen in zijn zonden
Heeft geen kans immers om te leven.

Jip

vrijdag 16 september 2011

Ik kan het altijd.

Ik kan het altijd. Zelfs als het eigenlijk niet mag. Meerdere keren achtereen. Of als ik niet zo'n zin heb, dan glijdt het evenwel wat minder langs mijn vingers. Ongecoördineerd en wat rommelig, Ontstaat er een wat minder fraai schouwspel. Maar zonder twijfel durf ik ook dan te zeggen; Ik kan het altijd O, u gelooft mij niet? Maar toch u zag het mij hier boven toch net doen? Jip

donderdag 15 september 2011

Zeemansgraf

En zo stonden wij tegen over elkaar
de armen gekruist
ogen als kooltjes
en terwijl wij elkaar gezwegen,
en niet gezwegen,
woorden toeschreeuwden
Leken er golven te zijn ontstaan
In mijn boot op onze rustig kabbelende zee
waarop ik dromerig mocht varen

Nog jaren hield ik mij,
soms met een, soms met twee handen
vast aan de stevige mast.
Maar toen die ook begon te bezwijken
onder de buien die uitgestort werden over mijn bootje
En ik,
vol angst raakte
Bang het dek afgezwiept te worden in slagregen of donderklap
Terwijl het zeil mij menigmaal over de ogen viel en de kust
voor mij,
onvindbaar werd
Dreef ik steeds verder af

Dat was het moment
Hakken in het zand en anker uit
gekruiste degens en armen
Niet langer zou ik vasthouden,
loslaten zou ik, met een klap....
viel het doek en de deur

Hoewel ik nooit gedacht had er te komen
was de opluchting om te gaan
groter dan het schip dat ik op gaf
Met gekruiste armen bezie ik ons, mijn, het slagveld
De gewonden staan weer recht
niet ongehavend, ongeschonden maar trots
Zij bouwen nieuwe boten
om zeeen te bevaren
Dit maal met reddingsvest.

Jip

donderdag 8 september 2011

Anders

Waarom kon je niet een beetje meer zijn zoals iedereen Niet paars waar ieder rood kiest niet krom als alles recht gaat Niet tegen als de wereld voor lijkt te zijn Daarom kon je niet een beetje meer jezelf zijn Nam je beslissingen die niemand aan zag komen maar die precies waren dat wat niemand had verwacht Jij wilde niet rood, krom en tegen Maar als het niet mee wil zitten Kun je soms beter zelf maar afwijken van dat Wat je niet zijn kunt Dus roep ik groen, zodat jij paars kunt zijn en maak ik bochten die ik zelf niet aan zag komen Zodat jij je hoofd neer durft te leggen daar waar ik je kussen zie Waarom kon jij niet een beetje meer zijn zoals je wilde zijn Nu is mijn nu, en allang niet meer het jouwe Zo anders, had het ook niet gehoeven. Jip

They say, you know

Life sucks, they say
I think they're right
Life sucks, you know
Big men, have little boys, they say
I think they're right
Big men, lil boys, you know
You'll cope, they say
I think they're right
You'll cope, you know
But then again, they say so much.
I almost forgot to be right myself
I can, you know
and so can you.

Jip

woensdag 7 september 2011

Waanzinnige onzin

Ik smeet woorden tegen de muur Terwijl zij uiteenspatten tegen de ruwe stenen Maakt mijn hoofd nieuwe Die als hagelstenen over mijn tong rollen Tegen mijn tanden kletteren En de muur bevlekken Jij kijkt toe, bukt, zwijgt Zonder een enkel woord te spreken Maan je mij tot zwijgen Ik zie mijn eigen onzin weerschijnen in je ogen Je opent je armen en ik schuil Voor mijn eigen verdriet en onmacht De muur maken we schoon, de laatste letters Vallen met een plof en ik zeg Dit was de laatste keer Glimlachend spreek je me tegen met de wijze woorden; "Maar schat, je bent een vrouw!" Jip

donderdag 1 september 2011

Ze begrepen

Ze vergaten de dagen, waarin ze moedeloos de wereld zagen draaien ze omarmden niet langer de lijzigheid waarin zij zich zolang wentelden Maar ontworstelden zich aan het eigenhandig aangemeten juk en begrepen hun eigen falen Niet langer sleepten hun voeten in allang ingeslepen pad waarin zij de lamlendig waren om de paden te verbreden en zij zich gemakzuchtig kon schuilhouden en begrepen hun eigen wanen Omzichtig namen zij stappen, die duidelijk als glas en even breekbaar als de doorzichtige scheidslijn evenwel soms vrijwel onbreekbaar, en begrepen hun eigen kunnen Vol moed schraapten zij de resten van een lang vergeten leven om er in puzzelvorm een mooier geheel van te maken dat zij langs hun paden tentoonstelden, in een wolk van glazen splinters en zij begrepen hun eigen inbreng Maar keerpunt na keerpunt, verstapten zij zich in onzichtbare gaten en kuilen waar menigeen zich in verstopt had om daarna met opgeheven hoofd hun eigen zijn te ontdekken Ze vergaten de dagen waarin zij niet langer als man en vrouw een leven deelden maar omarmden elkaar, smachtend in een niet langer moedeloos gevecht en begrepen hun liefde Jip