maandag 23 maart 2009

De rechters van het gelijk

Waar waren toch de rechters van het gelijk
toen we ze nodig hadden leken zij allen
hun pruiken af te wenden, werpen,
Geen hamerslagen waren er te horen
enkel een verlaatte kerkklok
die ten elfde uren nog enige malen
het verdronken kalf wilde eren
Gesmeekt op blote knieen
tot het bot toe, van het kruipen
in de hoop te vinden
wat er jaren lang gezocht werd
Het gelijk aan gene zijde
wordt uitgevochten in een wedstrijd zonder winnaars
Vrees niet wat je niet te vrezen hebt
De rechters van het gelijk hebben verstek laten gaan dit keer
Lafhartig zullen zij hun hoofden draaien
wanneer schreeuwend aan de rokken wordt getrokken
Hoor mij, zie mijn leed
weet dat ik ben
want ik vergeet
Nooit meer wie mij dit heeft aangedaan
Gelijke monniken, gelijke kappen
Wee mij, wee mijn leed, wee mijn lief, wee mij
Slaags raak ik enkel nog
met conflict dat ik oproep
wanneer ik zelf voor rechter speel en menigmaal
de juiste keuze maak en afsla dat
wat er afgeslagen moest worden
gelijk of geen gelijk
daar waar de rechtspraak krom trok doordat gezwegen woorden
overschreeuwd werden in een samenspraak van leugens
en opgelegde waarheden
daar heb ik afgeslagen
Drie slag
Uit

Jip

Geen opmerkingen: