donderdag 20 oktober 2011

Geen kip


Het is geen kip zei men.
Dat konden zij weten.
Daar zij verstand van kippen hebben.
De gekleurde pluimen als de vleugels
en de felle poten die soms onverwacht een uitval doen.
Daar een hand die zonder omhaal broedsel en kroost wil vermoorden
In een gloeiend hete pan vol boter of water
Om daarna smullend zich verhoogde driften laat gebeuren.
Maar,
Het is geen kip zei men.
Dat konden zij weten.
Daar zij verstand van kippen hebben.
Toch het karakteristieke gekakel mijn oren vult,
met onverwachte hoogtes die mijn ogen doen tranen.
En een onverwacht mannelijk schepsel mijn ochtendrust bedruipt
Met wild gekukel vanaf plaatsen waar de kleur alleen nog het geluid bekracht
Om daarna zich lachend te verstoppen bij de hennen.
Maar,
Het is geen kip zei men.
Dat konden zij weten.
Daar zij verstand van kippen hebben.
Dus hier zit ik, kip noch ei
Te kijken of de vogel aan mijn voeten zich geen kip mag noemen.
Naamloos pikkend door het zand het eten scharrelt
Af en toe venijnig hard mijn voeten raakt en onmismaakt kakelt
Mompel ik het zachtjes toe, je bent geen kip.
Geen idee wat het is, geen kip, dat is al iets
Ieder heeft een hokje, waar het niet in past.

Jip

Geen opmerkingen: