zondag 9 oktober 2011

Appel

Ik dacht
Als ik gewoon blijf zitten, onder de appelboom.
Mijn hand uitsteek en de zoete vruchten vang,
die rijp maar niet te rijp zijn.
Zodat ik mijn scherpe tanden in het harde vruchtvlees zetten kan,
het licht plakkende vocht strepen nalaat op mijn kin.
En mij voldaan daar zitten laat.
Met een vrijwel harmonieus puzzelspel op mijn gezicht,
daar waar schaduw en zon elkaar kussen.
Waarom dan zou ik zoeken,
naar plaatsen waar de appelen als vergeten vruchten,
op hoopjes op de grond liggen.
Aangevreten door hongerigen en rottend door vocht en zon.
Wellicht zou hun smaak zoeter zijn dan mijn,
zeer keurig gevangen appel, die zonder enige moeite mijn hand en mond vond.
Of zou de smaak mij prikkelen,
friszuur, hard knappend tussen mijn kaken.
Zou de inspanning mij, ontdaan van puzzelende schaduwvormen, verwarmt,
of verhit hebben en zou de appel mijn mond doen juichen met haar vocht.
Mij dat alles afvragend, onder mijn prachtig mooi gevormde boom,
liggend op mijn rug,
met in mijn hand een zure appel.
Mompel ik, het is een slecht jaar voor appels.

Jip

Geen opmerkingen: