De ochtend liet mij dwalen in een hoofd vol zorgen
Nam me bij de hand en liet me niet meer gaan.
Zette mijn zorgen in de file
en parkeerde ernaast
De dag begon
Lachend nam hij haar bij de hand
Plukte haar weg uit de file van haar zorgen
Scheen de zon op haar gezicht
en zei je wordt warm.
Samen liepen zij de voetstappen na die de zee wegspoelde
wandelde het leven na dat ze ook nog hadden
Spraken over alles
Spraken over niets
en niemand die ze hoorde
en niemand die ze zag.
Samen wandelende zij over paden
die een ander niet bewandelde
die een ander niet zien wilde
zij hadden de warmte van de zon niet nodig
Zij lieten los wat anderen
krampachtig vasthielden
lieten de daden de woorden opvolgen
de zee rolde over hen heen
Golven overspoelden alle tijd
alle rede, alle zorgen
Grote golven
kleine golven
woorden werden visjes in de zee.
Samen reden zij de file in
lachend
zwaaiend
de dag spoelde mee.
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten