Onnozel jij wezen
zoals je me aanstaart
Groot blauwogig
Naïef glimlach je
mij recht in het gezicht
Terwijl je weet
Je weet toch
Hoe alles loopt dan wel zit
Hoe kun je mij dan
Zo stoïcijns aanstaren
alsof de wereld slechts draait
Om jouw simpele glimlach
Mijn hersenen draaien
al dagen
op overtime
En toch kijk je me aan
En weiger je te gaan
Glimlachend wijs je me
Op mijn eigen onnozelheid
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten