Was het niet de nacht die als een donkere deken onze naakte lichamen bedekte
Dan was het wel een verlate zonsondergang met haar oranjespel
We waren niet meer geweest dan geliefden die elkaar zouden beminnen
We waren niet meer geweest dan verliefde opspringende vlinders
We zouden het hemelrijk kleuren met ingewikkelde patronen
En in het sluimerende licht elkaar ontdekken en herontdekken
Maar niets van dit alles overmeesterde deze nacht
Hoewel wij in elkaar gevlochten een prachtige symfonie konden schrijven
En de dag de nacht vaarwel zagen kussen met rode wangen
Was er meer dan stilte nodig om de zware lucht te temmen
Beminnen was niet langer het woord voor het verloren doel
Wij konden enkel elkaar nog vinden in de naaktheid van de ander
Als een ultieme spiegel de ogen verzwarend in het getemde licht
Jij zou altijd meer zijn dan mijn minnaar in het te kleine bed
Ik zou daar opgetekend in welk vergeten boek
Jouw ziel in de mijne kerven en zonder twijfeling je hart nemen
En bewaken daar het kostbaarder is dan goud
Het zou de nacht kunnen zijn of worden
Maar het waren toch de openingen naar de dag die ons deden ontwaken
Ik gevangen in je armen en zonder noodzaak om vrij te breken
Niets zou dit kunnen verstoren
En toen kwam alles
En was er niets dan twijfel
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten