Met mijn benen wiebelend over de rand van de afgrond
heb ik steentjes gegooid
Gekeken of ze vielen, hoe hard en hoe diep
en verwarring gestrooid
Ik liet deukjes ontstaan in de huid van mijn benen
mijn buik en mijn armen
Een vuurtje gemaakt in de eindigheid
om mijn ziel te verwarmen
Ik smeekte de wolken de lucht te onthullen
zodat ik kon zie hoe het blauw
Tussen de zon en de maan zou ontvallen
en hoe ik de weg vinden zou
Ik wiebelde harder totdat de snelheid vloog
opende mijn ogen en ziel
Zonder een seconde de wereld te groeten
ik ging en ik viel en ik viel en ik viel
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten