Zodra de stralen in de morgen de wangen van het gras kussen
en de blauwe vogel zijn kleine lied ten gehore brengt.
Laten de gordijnen de nieuwe dag binnen
zonovergoten met muziek aangelengt.
Ellenlange snurkkoren, klaagzang zingende katten en al
hebben de nacht nacht bevuild.
Vol angst de kleine eenzame kinderen
hebben hem weggehuild
Maar nu is alles als de zomer
zoet en waarachtig aangenaam
geroepen voelt de eenzame slaper
zich gedwongen op te staan.
De tijd van omdraaien is veranderd
in een kakafonie van geluid.
Het is dit maal niet eens een wekker
de wereld haalt hem er uit.
Kreunend laat het warme bed
zijn trouwe inwoner gaan.
Belooft hem plechtig als hij vertrekt.
Vannacht, mijn schat, zal ik weer voor je klaar staan.
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten