In de kilte van de nacht tel ik mijn spoken
een voor een vinden zij hun weg
langs talloze zenuwknopen
Rillend wacht ik
tot zij hun weg vervolgen
Mijn raam uit
onderlangs de deur
Maar vaker nog
kruipen zij tussen de lauwwarme lakens van mijn bed
En vind ik ze terug
als ik wakker word in de vroege ochtend
Plat en levenloos realiseer ik mij
dat mijn spoken bestaan
omdat ik ze laat vliegen
Spoken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten