Loodzware regendruppels lijken met donderend geweld op mijn hoofd te kletteren
ze verstommen elk geluid
en om mij heen lijkt men mime te spreken
Ik kijk
en zie
Ik knik
of schud
Afhankelijk van wat mijn ogen juist achten
Maar om mijn oren raast een waterval
waar geen paraplu tegen op gewassen is
En zelfs mijn kniehoge lieslaarzen
vullen zich vrij onvrijwillig met ijskoud water
Zo ril ik mijn eigen regenbui door
Met mijn vingers ferm in mijn oren gestoken
probeer ik te overkomen wat mij overkomt
Hoewel ik nooit zal zeggen dat ik part noch deel heb
regent deze bui over mij uit alsof ik de goden heb verzocht
Als ik na uren snikkend ook warme druppels over mijn wangen uitstort
houdt hij zijn handen boven mijn hoofd
en droogt met zijn klamme lippen mijn tranen
Zachtjes zal hij op me mopperen met een glimlach op het gelaat
Ik vecht al jaren alleen tegen mijn wolken
Terwijl hij allang weet
waar ik mijn zon verstopt heb
Als de storm om mij oren
en op mijn hoofd verstilt
Hoor ik enkel nog wat woorden
van de mimespelers om mij heen
Die wonderwel
ook met geluid
zeer onnozel blijken te zijn
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten