Ik roer zonder te kijken
in mijn opgedroogde kop
De thee die mij ooit heet de lippen brandde
is verdampt en er rest slechts
een bruin groen kleverig
residu
Waar ik nu gedachtenloos
mijn lepel in omwentel
Plakkerige draden trek
die als spinnenwebben in de ochtend
smalle patronen achterlaten
Uit mijn mond komt een stroom
niet aflatende woorden
verwijten
twijfels
groot- en breedspraak
met en zonder nadruk uitgesproken
maar met zorg aan een geweven
Als het kopje knapt onder de ronddraaiende druk
van het kleverige lepeltje
en ik opspring uit angst voor de hete vloeistof
zie ik dat niet enkel mijn thee
allang verdwenen is
en plakken mijn woorden
Als spinnenwebben nutteloos
aan een binnenmuur.
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten