Hoopvol blijft zij staan
haar ogen half gesloten
en de handen er voor gevouwen
Wat jij niet ziet
kan jou niet zien
Doodstil
midden op straat
Zonder aanleiding
maar met reden
De adem in gehouden
enkel kleine zuchtjes en pufjes
die verdwijnen in de wind
Haar voeten wijfelend op de grond geplaatst
maar met gekromde tenen vol weerzin
Een tas die aan haar schouder hing
was allang naar beneden gestoten
en hangt nu half verdwaast
tussen elleboog en pols
Hij schommelt nog wat
maar blijft daar maar onzinnig hangen
Wat jij niet ziet
kan jou niet zien
Haar mondhoeken vormen
een vrijwel perfecte kromming naar boven
zodat er een glimlach onder haar handen getekent lijkt te zijn
maar in haar ogen glimmen
al meer dan een half uur
zeeën vol verdriet en onmacht
Maar met haar handen
als kommetjes
voor haar gezicht gevouwen
zou deze stortvloed nooit haar glimlach wegspoelen
De wind speelt
als een welwillende man
met haar zacht gekrulde haar
Terwijl zij stoicijns blijft staan
Midden op straat
de drukke winkelstraat
Is zij er niet
want
wat jij niet ziet
ziet jou niet
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten