maandag 27 februari 2012

Puber

De onmetelijke luiheid
Waarmee hij het leven neemt
Is vrijwel synoniem
Met het tempo waarin zijn kansen verdampen
Hangend langs plekken waar ik nooit zal komen
Of zou willen gaan
Alles scheef en vermoeid aan zijn lijf
De drama die uit zijn ogen lijkt te druipen
Weerklinkt tegen de muren van de gang
Als zijn woorden de deur doen dicht slaan
En als wij hoofdschuddend zijn tempo
Proberen op te schroeven
Zal hij enkel remmen
Niets doet er toe behalve wat men zegt
Hoewel wij in de verste verte
Niet in de buurt van men komen
De onoogelijke luiheid
Waarmee hij de dagen soldaat maakt
Zal hij ook missen
Als hij ouder wordt

Jip

maandag 20 februari 2012

Haast

En de tijd verstrijkt onder mijn vingers
Ik begreep de haast
die de klok scheen te hebben
Zo goed todat ik zelf besloot
om stil te staan
Te kijken
en te zien
Te horen
en te luisteren
Te proeven en te voelen
hoe de aarde onder mijn voeten draaide
en in plaats van mee te hollen
Hang ik achteruit op de tijd
en zie
Hoe men zich zelf voor bij rent
zwaait in het voorbij gaan
en vervolgens struikelt
over goede intenties
dromen en wensen
Die  met het verstrijken van de tijd
groter of juist onbeduidend zijn geworden
Ik probeer niet langer
de klok in te halen
en te leven
in het tempo dat mijn hart slaat.

Jip

donderdag 16 februari 2012

Die momenten

Waar zijn toch die momenten
dat ik mijn gezicht zorgeloos tot de zon kon wenden
en tevreden mijn voeten in het zand begroef
Dat ik mijn zorgen in de natte resten van  de zee schreef
die ze vervolgens mee trok
naar andere landen
Waar men mijn woorden niet kon lezen
en misschien wel dacht
dat het over liefde ging
Zij zouden glimlachen
om mijn slordig geschreven twijfels
en mijn krampachtig gemaakte punten
die voornamelijk bestonden
uit eindeloze keuzemogelijkheden
Waar zijn die momenten gebleven
dat de wereld mooi was
als jij door mijn haren streek
en ik mijn handen onder de trui verwarmde
tot de kou vertrok
en ik rustig slapen kon tegen jouw schouder
Als de morgen mij dan wekken zou
dan zou het lelijke van de nacht
ook alle breuken opslorpen
waarna enkel de flitsende zon
mijn gezicht zou kunnen verwarmen
Waar zijn die momenten
Waarschijnlijk
liggen zij daar
waar ook mijn hart ligt.

Jip

woensdag 15 februari 2012

Een boom

Zacht deint de boom op de wind
Terwijl aan zijn takken getrokken wordt
En op zijn hoofd gespuugd
Lijkt hij onbewogen
Alles aan zich voorbij te laten gaan
Misschien zou ik hem bewonderen
Of moeten vertellen
Dat zo onaangedaan als hij
Mijn wereld bekijkt
Het niet is
Kan zijn
Zal worden
En dat de wind zal trekken tot zijn takken breken
En dat zijn hoofd zo nat zal worden
Dat zijn voeten verdrinken
Maar
Wie zegt dat nu tegen
Een boom

Jip

vrijdag 3 februari 2012

Geen idee

De woorden plakken aan mijn vinger, in mijn hoofd
ze zitten als stopverf tussen mijn oren
en als kauwgum aan mijn kiezen
weigeren te rollen
over het puntje van mijn tong
mijn blad blijft leeg
meer dan wat stotterende zinnen
die hobbelig uit mijn pen vloeien
kan ik niet toveren uit de onmetelijke brij
van in enthousiasme opgeslagen
zinnen en beginnen
waar geen einde aan lijkt te komen
Soms heb je dat
soms niet
dat wisselt

Jip

Ik

En toen
bedacht ik me
dat mij zijn
helemaal zo gek nog niet was
want jij worden
ligt altijd naast me.

Jip

donderdag 2 februari 2012

Net als ik

Terwijl ik mijn koude billen in het dekbed druk
Aai jij mijn lome haren
Mijn buik maakt afdrukken in het, onder ons, strakgetrokken laken
En ik wentel mij is een ongekende weelde
Ik hoor vanaf mijn wolk jouw lage stem
Mijn naam noemen
En mijn ogen kijken in een rustige chaos van emoties
Ik herken, draai me langzaam, jouw wereld in
Zolang het kan groei ik jouw richting op en jij de mijne
Zonder vooraf gestelde voorwaarden
En vol wetenschap
En als wij botsen
Wat wij doen, als het laken te strak staat,
Dan duw ik mijn billen in jouw buik
En mompel ik hoe blij ik ben
Dat jij ook niet perfect bent

Jip

Verleden

Misschien tilde ik mijn voeten
Niet hoog genoeg van de koude grond
En bleef ik daarom plakken
Aan ijzig uitgesproken woorden

Misschien waste ik mijn handen
Niet lang genoeg onder het warme water
En bleef ik daarom voelen
Wat er allang niet meer was


Misschien keek ik te lang achterom
En vergat te genieten van wat voor me lag

Maar zolang er achter mij iets beweegt
Wat ik niet stil kan leggen
Kan ik niet enkel vooruit kijken
Zonder me onveilig te voelen

Jip