Je maakt me stuk, je maakt me gek
jij bent alles wat ik heb
ik kan niet zonder je bestaan
Nacht na nacht heb je me woorden toe gespeeld
die ik mocht aanhoren
woedend werd je enkel van mijn zwijgen
maar zwijgen was wat ik kon
spreken was niet eens meer zilver
spreken was smeken
smeken om minder
krijgen van meer
Niet eens enkele malen
maar ras elke keer
Wachten tot stilte
en in stilte op gaan
De klok weg zien rennen
tot het tijd was tot opstaan
Angst voor de reden
die vaag in je stem klonk
angst voor de waanzin
die diep in mijn hart zonk.
Je maakt me stuk, je maakt me gek
jij bent alles wat ik heb
ik kan niet zonder je bestaan
Vol afschuw heb ik gehoord wat je me
vol waarheden voor de voeten gooide
omlijst met fraaie woorden
je steeds meer zand strooide
Minder dan het zand
voelde ik enkel nog waanzin
Spijt voor wat er was
geen liefde meer maar weerzin
Wanneer de woorden niet afdoende waren
en ik wachtend op de dreunen
mijn hoofd afwende van het kussen
en mijn handen slap liet steunen
Geen tranen meer want tranen
waren enkel aanmoedining tot doorgaan
Geen excuses meer of spijt
omrollen en weer opstaan
Het spijt me enkel over
mijn dicht geknepen lippen
maar zelfs mijn schuld was niet genoeg
om redelijkheid aan te stippen
Je maakt me stuk, je maakt me gek
jij bent alles wat ik heb
ik kan niet zonder je bestaan
Het is een leven wat geen mens
gegund is, ook niet jou
Geen wij meer, geen wij
Geen meisje meer, meer vrouw.
Jip
Geen opmerkingen:
Een reactie posten